Topnoteringen op het hok van Calis
Bij veel liefhebbers is het behalen van een topnotering een droom. Voor Harold en Gerard Calis is het ondertussen een terugkerend patroon geworden. Dit is niet omdat het vanzelf gaat, integendeel. De constante aanwezigheid in de top 10 komt voort uit een systematische aanpak waarin niets aan het toeval wordt overgelaten. Van kweekselectie tot trainingsschema’s, elk detail is afgestemd op prestaties op hoog niveau.
Het geheim? Volgens Harold draait alles om ‘het juiste materiaal én de juiste aanpak’. Ze baseren hun keuzes niet alleen op wat een duif heeft gepresteerd, maar ook op het algehele gevoel en het type duif. Atletisch, intelligent, goed gebouwd, kortom: de complete duif. Ze maken ook strategische keuzes in welke duiven op welke vluchten gaan. Niet zomaar alles meedoen, maar elke duif op zijn specialiteit inzetten.
Harold en Gerard zijn bovendien selectief. Duiven die het niet laten zien, hoe mooi of hoe duur ook, blijven niet hangen. Alleen resultaten tellen. Toch draait het niet puur om winnen – de liefde voor de duif en de sport blijft centraal staan. Want een goede duif is meer dan een presteermachine; het is een kameraad, een atleet met karakter, eentje die het beste in zichzelf bovenhaalt omdat hij zich thuis voelt.
Deze topnoteringen zijn dus het gevolg van een duurzame strategie. Geen massakweek, geen blinde aankoopdrang, maar gericht investeren, geduldig bouwen en nauwkeurig selecteren. Dat maakt dat ze niet alleen eens in de zoveel tijd boven komen drijven, maar ieder jaar opnieuw meedraaien in de kop van de klasseringen – nationaal en regionaal.
Hokbeheer en duivenbestand – De praktische basis van succes
Zonder een goed georganiseerd hokbeheer geen topsport. De structuur van het hokbestand bij Calis laat niets aan het toeval over. Er wordt gewerkt met drie duidelijke groepen: de vliegduiven (oude en jonge), de kwekers en een kleine ‘pensionado’ groep van oude toppers die ooit het verschil maakten. Dit zorgt voor rust, overzicht en een strategisch kweekbeleid.
Het vliegteam bestaat uit 70 à 80 oude duiven en een vergelijkbaar aantal jongen. De jonge duiven worden bewust grootgebracht met het oog op inzetbaarheid op natour en eventueel als versterking van het vliegteam het jaar erop. De nadruk ligt bij de oude duiven, want daar worden de prestaties het scherpst gemeten.
In de kweek worden elk jaar keuzes gemaakt op basis van prestaties én aanleg. Er zijn zo’n 24 tot 25 vaste kweekkoppels. Hierbij is het opmerkelijk dat er net iets meer duivinnen zijn dan doffers – een bewuste keuze om flexibel te kunnen koppelen en experimenteren zonder vaste structuren los te laten. Verder is er het ‘bejaardenverblijf’: 7 à 8 duiven die vroeger uitblonken en nu uit eerbied mogen blijven.
De Calissen werken met het systeem van dubbel weduwschap – zowel doffers als duivinnen vliegen, met hun partners als motivatie. Dat bleek in de praktijk veel efficiënter dan klassiek weduwschap, dat te veel duiven op stal bracht. Daarbij houden ze wel iets meer duivinnen aan dan doffers, omdat die vaker beter door de selectie komen en harder presteren.
Dit alles leidt tot een overzichtelijke en goed gemanagede kolonie waarin alles klopt – van voeding tot indeling. Geen hok vol chaos, maar een werkende structuur waarin elke duif zijn of haar plek kent.
Dubbel weduwschap: Efficiëntie en resultaat in perfecte balans
De overstap naar dubbel weduwschap in 2014-2015 was een cruciaal kantelpunt in de sportieve opmars van Calis. Daarvoor werd klassiek weduwschap toegepast, maar dat bleek op termijn onhoudbaar. 80 duiven betekent immers ook 80 partners, en dat brengt chaos en extra werk met zich mee. Met dubbel weduwschap werd dat opgelost én gingen de prestaties omhoog.
Het systeem draait erop dat zowel doffers als duivinnen vliegen. Ze worden beide getraind, verzorgd en ingezet in wedstrijden. Dat vereist een nauwkeurige afstemming in voeding, rust en planning, maar levert betere resultaten op. Opvallend is dat Harold bij de toepassing van het systeem benadrukt dat motivatie niet door middel van trucjes plaatsvindt. Geen tonen voor de vlucht, geen overdrijving van partnerdrang. Gewoon: rust.
Bij thuiskomst mogen de duiven elkaar wel zien – als een soort beloning – maar pas nadat het werk gedaan is. Soms zelfs pas de volgende dag. Waarom? Omdat rust belangrijker is dan opgefokte motivatie. En vooral omdat de duiven het dan als echte beloning zien, wat hun motivatie op natuurlijke wijze vergroot.
De ervaring leert dat dit werkt. Nationale asduiven kwamen voort uit dit systeem, duiven zonder partner of met minimale prikkels presteerden soms nog beter dan gemotiveerde duiven. Het laat zien dat welzijn, rust en stabiliteit uiteindelijk meer opleveren dan ‘klassieke’ motivatie.
📌 Volgende keer: De opbouw van de stam Calis
Ben je benieuwd hoe Harold en Gerard Calis hun stam hebben opgebouwd tot een van de sterkste in de Nederlandse duivensport? 💪 Mis dan onze volgende aflevering niet! We duiken diep in de genetica, het selectiewerk en de beslissingen die aan de basis liggen van hun ongekende successen.
0 reacties