Op een klein stukje grond in Almere, beter bekend als “het landje” in Almere, staan meerdere duivenhokken keurig op een rij. Maar daartussen het gekoer van jonge duiven en de geur van vers stro, speelt zich een verhaal af dat ik je graag wil vertellen.
Ton Stennekes – De Grootmeester van Bavel
Wie Ton Stennekes niet kent, moet echt eens zijn hoofd uit het duivenhok steken. Met een verleden als 8e Grootmeester van Nederland en recent weer een verbluffende prestatie op Bavel – 12 duiven mee, 10 in de prijzen – bewijst Ton dat klasse nooit roest. Je zou bijna denken dat zijn duiven zelf de weg naar huis tekenen op Google Maps. Calis won de eerste vier plaatsen maar de volgende volgende duiven waren van Ton wat hem grootmeester van Bavel maakt.
Ton loopt op het landje rond met de rust van een Shaolin-monnik. Klep open, koffietje erbij, beetje wijzen naar de lucht – en hop, daar vallen ze weer. Roofvogels? Die lijken zijn hok systematisch over te slaan, alsof ze op voorhand weten: “Laat maar, die van Ton zijn toch te snel.”
Iraj daarentegen begon met 79 jonge duiven en heeft er nog 14. Ton begon er met 12 en heeft er nog 12. Dat geeft je toch te denken.
Iraj – derde grootmeester
En dan heb je Iraj. Iraj Ramhormozi, niet nieuw in het spel en inmiddels derde grootmeester geworden. Knap hoor! Maar de afstand tot zijn leermeester Ton was – laten we eerlijk zijn – nog net iets kleiner dan de afstand tussen Bavel en Bagdad.
Iraj zit vol vuur, maar heeft het nog niet helemaal onder de vleugels. Zijn duiven lijken een abonnement te hebben op verdwalen. Soms zie je hem op het landje peinzend naar de lucht staren met een blik van: “Ze zouden toch echt om 15:20 komen…?”
En dan zegt Ton rustig: “Tja, die blauwe van jou… die had ik niet meegegeven. Te flets van kleur.”
Dat soort opmerkingen. Onbetaalbaar.
Een allergische grootmeester
Ironisch genoeg is Ton allergisch voor duiven. Ja, echt waar. Alsof Max Verstappen allergisch zou zijn voor benzine. Maar Ton laat zich niet kennen. Met handschoenen, puffers en een beetje bravoure blijft hij gewoon doorgaan. Zijn passie is sterker dan zijn snotneus.
Mentorschap op klompen
Ton is niet zomaar een melker. Hij is een wandelend handboek. Zelfs de grote namen uit de sport kloppen bij hem aan voor advies. Hij heeft een zesde zintuig voor de juiste koppels, een neus voor talent (ondanks die allergie), en een hart zo groot als een duivenhok met drie afdelingen.
En het mooie? Hij deelt zijn kennis graag met Iraj. Met Willem. Met iedereen die het maar wil horen – mits je bereid bent om ook een keer zijn hok te krabben want zelf kan hij dat niet vanwege zijn allergie. En van zijn dokter moet Ton ver van zijn duiven verwijderd blijven.
Een vaasje vol verwarring
Ton heeft het druk. Naast duivenmelker is hij ook fervent kampeerder, samen met zijn vrouw. Daardoor heeft hij niet altijd tijd om naar de club te gaan om zijn prijzen in ontvangst te nemen. Gelukkig is daar Iraj, die uit pure collegialiteit Ton’s bloemen eens in ontvangst neemt.
“Die zet ik mooi in een vaas voor mijn vrouw,” denkt Iraj blij. Romantisch gebaar, punten gescoord.
Maar dan… komt Ton thuis. Zijn vrouw kijkt hem streng aan: “Wanneer krijg ik nou weer eens bloemen?”
Ton, niet op zijn mondje gevallen, springt in de auto, rijdt naar Iraj, trekt daar zonder pardon de bloemen uit de vaas, vist het inpakpapier uit de vuilnisbak en rijdt met een stalen gezicht terug naar huis. Bloemen voor zijn vrouw – missie geslaagd.
Iraj? Die stond nog steeds verdwaasd met een lege vaas in zijn handen. Hij weet tot op de dag van vandaag niet wat hem overkomen is.
Duiven, doorzettingsvermogen en droge humor
De relatie tussen Ton en Iraj is een prachtige spiegel van de duivensport: ervaring en enthousiasme, kalmte en chaos, winnen en leren verliezen. Waar Iraj soms zijn hoofd laat hangen, is Ton daar met een knipoog en een nuchtere opmerking als: “Volgende keer gewoon mijn advies volgen, dan komen ze wel terug.”
“Wees wat enthousiaster als je duiven thuiskomen,” geeft Ton hem ook nog mee. “Die voelen dat, jongen.”
Dankzij mensen als Ton, die met beide benen op de grond staat, én mensen als Iraj, die bereid zijn te leren (ook al kost het af en toe een duif of tien), zit het op het landje wel goed.
Dus als je ooit in de buurt bent, ga dan eens langs het landje. Wie weet hoor je Ton mompelen: “Kijk, dáár komt er eentje – precies op tijd.” En geloof me: het is altijd gezellig, de koffie staat klaar.
Gefeliciteerd Ton en Iraj doe je best nu een keer 😉
0 reacties